Strijkinstrumenten
Opleiding
Het eerste jaar van de opleiding situeert zich in het 5de jaar van het secundaire onderwijs. Er wordt gestart met een aantal voorbereidende oefeningen die de leerlingen vertrouwd maken met de fijne houtbewerking en het esthetisch concept van de viool. Daarna beginnen ze met de bouw van de eerste viool (model “Mediceo”, A. Stradivari 1716), die zal afgewerkt worden tegen het eind van het jaar.
In het tweede jaar wordt een viool of altviool gebouwd en in het derde jaar kan een cello gebouwd worden. Afhankelijk van het persoonlijk tempo van de leerling kunnen ook meerdere instrumenten gebouwd worden. Ook barokviolen, -alten of -celli behoren tot de mogelijkheden.
Bij het bouwen van deze instrumenten gebeurt de begeleiding in groep maar deze is tegelijkertijd ook individueel gericht.
Bouwen is immers een ingewikkeld proces van inzicht, geduld en doorzettingsvermogen en iedere leerling bewandelt deze weg volgens de eigen persoonlijkheid.
De praktijkateliers zijn grote werk- en studieruimtes waar naast vakkundigheid ook theoretische kennis wordt doorgegeven.
De aloude ”leerling-leermeester”-situatie uit de glorietijd van dit respectabele ambacht wordt zo eer aangedaan en komt tevens tegemoet aan de eisen van het projectmatig en geïntegreerd onderwijs.
Alle instrumenten worden op het eind van het jaar aan een externe vakjury voorgelegd.
Technische vakken
In de technische vakken komt een brede waaier van vakkennis aan bod die specifiek is voor al wat met snaarinstrumenten te maken heeft: de historiek van de viool- en gitaarbouw, de grote Europese tradities, stijlleer, wetenschappelijk onderzoek, literatuurstudie, houtstudie, beroepsethiek, luisteroefeningen, toegepaste akoestische kennis, enzovoort.
Vele van deze lessen worden in of rond de praktijklokalen gegeven of zijn geïntegreerd in de praktijklessen zelf.
Soms zijn er bezoeken gepland aan concerten, musea of houthandelaars in het buitenland.
In het vak Technisch Tekenen worden bouwplannen of contourstudies getekend, zowel op papier als met moderne Autocad technieken.
In het vak Muziek wordt er met de leerlingen gemusiceerd. Het niveau wordt aangepast aan de individuele capaciteiten van elke student.
Op het einde van elk studiejaar wordt er een atelierconcert georganiseerd waarop professionele muzikanten de gloednieuwe, door onze studenten gemaakte instrumenten bespelen. Voordien wordt er voor de studenten ook een feedback moment voorzien waarbij de professionele muzikanten de instrumenten beoordelen op hun speltechnische kwaliteiten. Een leerrijk moment waar onze studenten naar uitkijken!
Vak | Aantal uur per week | Leerkracht | |
---|---|---|---|
Technische vorming | 5BM/6BM | 7BM/7BR | |
Praktijk | 16 | 16 | Erik Buys / Maarten De Keukeleire |
Technologie | 4 | 4 | Erik Buys / Els Jagenau |
Technisch tekenen | 2 | 2 | Maarten De Keukeleire / Els Jagenau |
Muziek | 2 | Bert Van Goethem | |
Algemene vorming | |||
Project algemene vakken | 4 | 6 | |
Engels | 2 | 2 | |
Lichamelijke opvoeding | 2 | 2 | |
Levensbeschouwelijke vakken | 2 | 2 |
Stage
In het 3de jaar instrumentenbouw en in het restauratiejaar zijn verplichte stages opgenomen.
In overleg met de leerkracht zoekt de leerling een stageplaats bij een gevestigde bouwer of restaurateur. Ook musea kunnen geschikte stageplaatsen bieden.
De duur ervan varieert van 2 tot 3 weken. De contacten en ervaringen die de student via deze weg opdoet zijn zeer belangrijk.
ILSA stelt zich tot doel kwaliteitsvolle viool- en gitaarbouwers op te leiden. Dat kan niet zonder hen de kans te geven zich te toetsen aan de realiteit van het beroep. Daarom is dit extra restauratiejaar zeer belangrijk. In combinatie met de externe stages bij befaamde luthiers vormt het een ideale uitvalsbasis om bij meesterbouwers in de leer te gaan.